DE TUINEN

ARCHIVERING 2025-001: Beleef Zonnemaire

Ieder jaar organiseert Zonnemaire een evenement waarbij bewoners hun huizen en tuinen openstellen om kunst te laten zien of horen.

In het kader van mijn lange termijnproject ARCHIVERING heb ik een tentoonstelling georganiseerd met aquarellen die mijn ouders, Laurus & Truida, gemaakt hebben.

Bij de ingang van de tuin had ik wat toelichting opgehangen:

Mijn opa -Corre Liek- kocht in de jaren ’40 dit lapje grond om een huisje op te bouwen. Hij was timmerman/aannemer. En een timmerman en een metselaar konden vroeger met z’n tweeën een huisje bouwen.
Maar hij kreeg geen toestemming. De Gemeente Zonnemaire was bang voor lintbebouwing. Toen maakte hij er maar een tuin van.
Ik herinner me dat ik met Opa mee ging naar de tuin.
Op een dag had hij een splinter in zijn hand gekregen. In zijn rechterhand. Hij kreeg hem er niet uit. Hij gaf me zijn zakmes dat hij altijd bij zich had, en vroeg mij de splinter eruit te halen. Hoe oud was ik? Zes? Zeven? Ik vond dat best eng om met een mes in mijn opa’s hand te moeten gaan snijden. Maar Opa zei:Toe meisse, je mô niet zo flauw weze. En ik haalde de splinter eruit.

Later werkte mijn oma in de tuin, en haar broer, ome Pau (van de Velde). En daarna mijn vader en moeder. En nu ik.

Mijn vader en moeder -Laurus Sinke (Sienke) en Truida Lijk (Liek)- waren eigenlijk altijd al geïnteresseerd in kunst. Vooral in schilderijen. In 1956 deden we woningruil met een gezin uit Arnhem. We bezochten het Kröller Muller museum. Wat was dat mooi! Het maakte een enorme indruk op me. Een half jaar later startte de radiocursus Openbaar Kunstbezit. Je kreeg iedere maand in een kartonnen envelop een aantal reproducties die op de radio besproken werden. Ik zie mijn ouders zitten, het boek met de reproducties in de hand, luisterend naar de stem die uitleg gaf. Ze wilden zo graag meer weten. Van werelden die ze nog niet kenden.

Mijn moeder was haar hele leven wel creatief bezig met van alles en nog wat. Mijn vader was altijd druk aan het werk.
Na zijn pensionering werden ze lid van een schildersclubje. Iedere woensdagmiddag, jaren lang, gingen ze naar schilderen. Ze hadden daar een enorm plezier in.

Mijn moeder zei: door dat schilderen heb ik veel beter leren kijken.
Zij was echt van de grote lijnen, en vooral ook van de kleuren. Mijn vader had iets meer neiging om te gaan ‘tekenen’. Maar eerlijk gezegd: wij weten soms zelf niet meer zeker wie wat geschilderd heeft als ze hun naam er niet opgezet hebben. In iedere geval werkten ze allebei energiek en snel. Iedere woensdagmiddag een nieuw schilderij.

Wij, de kinderen, erfden hun reusachtige stapels aquarellen.

Archivering 2025-001 aquarellen in de tuin

Het gaat er niet om hoe goed hun schilderijen zijn. Het gaat erom dat ze er plezier in hadden. Dat het ook gezellig was om bezig te zijn. Dat het spannend was om te zien of het ging lukken. Dat ze op hun eigen manier een vorm gaven aan wat hen interesseerde: landschappen, en heel veel lucht daarboven.