BEWAREN OF HOE TE LEVEN

Lange synopsis

Synopsis
Aan de hand van wat ik zelf bewaar, probeer ik tot een soort terreinafbakening te komen. Als kind ben ik ooit begonnen met het bewaren van mooie suikerzakjes, en dat is nu een keurig geordende collectie van 15.000 exemplaren. Dat heet geen bewaren meer maar verzamelen. Twee oude theedozen zitten vol oude treinabonnementen, zelfgemaakte armbandjes, een pillendoosje met melktandjes, een afgeknipt plukje haar van mijn moeder met haar eerste grijze haren een noem maar op. Verder bewaar ik het oude appelmoesschaaltje van mijn oma, het kinderstrijkijzertje van mijn moeder, het vloerkleedje van mijn overgrootmoeder, kranten van mijn overleden vriend René. In mijn computer zitten duizenden gedigitaliseerde foto’s van familieleden, en op een harde schijf bewegend beeldmateriaal van dingen die ik gewoon mooi of bijzonder vind, variërend van een scheepslift in de voormalige DDR, tot een zonsopkomst op Bali. En zo kan ik doorgaan. Honderdduizend dingen.
Ik heb dat van geen vreemde. Mijn ouders hebben ook altijd veel bewaard. Samen met mijn moeder (92) probeer ik te achterhalen waarom we dat doen. Ik laat haar allerlei voorwerpen zien uit haar of mijn verleden. Er is een praktische reden om iets te bewaren, en een emotionele reden. Zeker voor een generatie die een tijd heeft meegemaakt dat je niet alles makkelijk kon kopen, is het altijd belangrijk geweest om dingen te bewaren die nog weleens van pas zouden kunnen komen. Maar je bewaart ook dingen die je niet meer echt gebruikt maar die je herinneren aan een gebeurtenis, een persoon, een tijd. Als ik mijn moeder haar oude kinderstrijkijzertje laat zien (dat ze misschien al 70 jaar niet meer gezien heeft) reageert ze enthousiast. Even lijkt ze weer een vierjarig meisje te zijn dat trots is dat ze haar eigen zakdoekje mag strijken. De bewaarde dingen zijn tijdmachines. Ze kunnen herinneringen boven brengen die ver weg zijn geraakt.
Wat mijn moeder en ik bewaren zijn eigenlijk allemaal dingen die alleen voor ons werkelijk waarde hebben. In een stadspaleis in Rome woont Prins Jonathan Doria Pamphfilj. Ook hij bewaart van alles, en hij spreekt daar met even veel liefde over als mijn moeder. Maar het grootste deel van wat hij bezit bestaat uit bijzondere, kostbare, unieke voorwerpen. Hij ziet het als een taak om alles goed te bewaren. Dit is erfgoed, dit is Europese beschaving.
Met een persoonlijk commentaar probeer ik dit hele territorium van overwegingen, gedachten, gevoelens, verantwoordelijkheden, plichtsgevoel in beeld te brengen.
We zien de voorwerpen, we zien hoe mensen ze liefdevol aanraken. We horen hun verhalen. Bewaren geeft een gevoel van hechting en vertrouwdheid. Het verbindt je met je voorouders, het verleden, met de wereld.
Maar er is iets aan het veranderen. De digitale revolutie heeft enorme consequenties. Een jongere generatie heeft geen boekenkasten meer, geen CD’s. En als je iets nodig hebt kun je het zo overal kopen of -nog beter- lenen.
Minimalisten en digitale nomaden zijn mensen die nauwelijks nog iets materieels bewaren, behalve hun paspoort, bankpasje, laptop en telefoon. Ze reizen de wereld rond zonder zich ergens te binden en leven alleen nog in het nu. Het wegdoen van al hun spullen heeft hun de vrijheid gegeven die ze zochten. Ze zeggen supergelukkig te zijn. Sommigen denken dat we over twintig jaar allemaal zo leven.
In gesprekken met hen -in Bangkok, Columbia Missouri of Lissabon- probeer ik te achterhalen hoe hun leven in elkaar zit, zonder verantwoordelijkheden, zonder gehechtheid. En hoe een samenleving kan voortbestaan als niemand zich daarom bekommert.
Misschien zitten we midden in een paradigmawisseling.
Digna Sinke