CITY BORDER

jaar:
1973
lengte:
?

logline:
two short films about residents of the city outskirts of Amsterdam: farmer Sjors in the western harbor area, and an old couple who take care of the little dog Sjerrie on the east side of the city at the Duivendrecht quay.

synopsis:
(bron: tekst Lost & found, eigen website < 2018)

DE FILM STADRAND LOST & FOUND
De zomer dat ik net afgestudeerd was aan de Filmacademie (in 1972) kon ik montage-assistente worden bij de film Turks Fruit. Jan Bosdriesz monteerde de film, in een houten barak achter de Cinetone Studio’s aan de Duivendrechtse Kade. Daar valt veel over te vertellen, maar dat ga ik nu niet doen. Dat is een ander verhaal. Maar in ieder geval fietste ik 6 dagen per week langs Maschmeijer Aromatics, de Blooker cacaofabriek, de Atlas Drop Fabriek en de behangselfabriek van Rath & Doodeheefver naar het hok waar de 35 mm Steenbeck montagetafel stond. Achter Rath & Doodeheefver, een imposant bakstenen gebouw uit 1933, lagen nog weilanden met slootjes. En daar stond een oud huisje waar een oud echtpaar een groententuin had en ganzen hield.

het echtpaar dat in het huisje bij de Duivendrechtse Kade woonde, de baasjes van het hondje Sjerrie
In het laatste jaar van de academie had ik een film mogen maken: Groeten uit Zonnemaire. Een film die zich afspeelde in mijn geboortedorp. Dat was niet gemakkelijk geweest. Ik was niet goed op het gevecht voorbereid. Waarschijnlijk was ik niet zo geschikt om filmmaker te worden, dacht ik na afloop.
Op een avond beschreef ik Peter Jansen (die zich Jasnaï noemde en nog op de academie zat) mijn dagelijkse tocht naar de stadrand. Hoe mooi dat was, die resten van een andere tijd, die ambiguïteit van het landschap. Hij kende een man die eieren verkocht op markt en die bij de Hemwegcentrale in een woonwagen woonde. Ook stadrand dus. We zouden daar filmpjes over kunnen maken.
Dat deden we. Pieter de Vos deed camera. We maakten twee no budget films, aan elkaar geplakt als een tweeluik met de titel Stadrand. Alles hadden we geleend, gekregen of geritseld. Ik deed de regie van het filmpje dat we Sjerrie noemden, naar het hondje van het echtpaar dat in het kleine huisje woonde. En Peter regisseerde het deel over Sjors, de kippenboer. Het verbazingwekkende was dat het ongelooflijk leuk was om de films te maken. De opnames, de montage, zo met z’n drieën op stap: ik vond het geweldig. Er hoefde niet gevochten te worden. Alles ging vanzelf goed.
De filmpjes werden zo aardig dat Huub Bals van Film International ze wilde distribueren. Ze hadden een bescheiden roulement in filmhuizen. Maar ooit was er een brand in de filmopslag van Film International in Rotterdam, en ik wist niet beter of Stadrand was verloren gegaan. Het enige wat ik nog had was het fotootje hierboven, gemaakt van een 16 mm filmbeeldje. (Het fotootje bevindt zich in kast A van mijn archief).
Tot ik in oktober 2007 een mailtje kreeg:

Beste mevrouw Sinke,
Op uw site zag ik dat u STADRAND beschouwt als verloren gegaan bij brand. Als vrijwilliger bij het Filmmuseum kwam ik deze film echter onlangs tegen bij het viewen van een aantal korte films uit de Filmmuseumcollectie. De kopie verkeert in redelijke staat.
Aanstaande donderdag zullen vanaf 10.00 uur ‘s ochtends een aantal films waaronder STADRAND worden vertoond tijdens een interne viewing voor Filmmuseumpersoneel. Onderzoeker Rommy Albers zal het projectvoorstel waarbinnen deze film valt, ‘Nederlandse korte film 1958 – 1975’, kort toelichten.
Ik wil u van harte uitnodigen om hierbij aanwezig te zijn in het Filmmuseumpaviljoen in het Vondelpark; het programma staat onderaan deze mail.
Vriendelijke groeten, Maike Lasseur

Na 34 jaar zag ik dus Stadrand terug. O, wat waren de beelden en de teksten vertrouwd. Een permanent gevoel van o ja natuurlijk. Sommige teksten had ik altijd wel onthouden (“mijn zusters die waren niet rond, die waren vierkant!”) maar andere zweefden blijkbaar ergens in mijn hoofd rond zonder dat ik dat zelf nog precies wist. En opeens waren ze daar weer. Onveranderd was de humor. Wat ik toen leuk vond, vond ik nog steeds leuk. De soort shots waren heel erg mijn soort shots. En natuurlijk ging het uiteindelijk toch weer over de zin van het leven, op een onnadrukkelijke manier. Maar de straatbeelden, de kleding van de omstanders bij het verkopen van de eieren door boer Sjors, de onaangeharktheid der dingen: het was onvoorstelbaar dat ik daar bij was geweest. Dat moet toch heel erg lang geleden zijn geweest.

Die vertoning in het Filmmuseum is inmiddels meer dan tien jaar geleden. Na die vertoning is er nog een vertoning in Duivendrecht geweest, voor de historische vereniging Oud Duivendrecht. Ook daar ben ik bij geweest. Graag wilde ik zelf ook een DVD of een file van Stadrand hebben, maar dat was niet mogelijk. Best wel gek eigenlijk, want ik heb (samen met Peter en Pieter) alle auteursrechten, zij het dat we Film International het recht op distributie gegeven hebben. Een contract heb ik nooit gezien. Maar begin jaren zeventig was dat niet ongebruikelijk.
Toen ik later nog eens navraag bij EYE Filmmuseum deed, kreeg ik te horen dat de DVD zelfs vernietigd was omdat hij niet aan de kwaliteitseisen voldeed. Ik hoop maar dat het origineel niet ook per ongeluk alsnog vernietigd is, vanwege die hoge eisen. Helaas is deze film -als hij nog bestaat- dus onzichtbaar.
(overigens heb ik in kast H het uitgetypte interview met de baasjes van Sjerrie teruggevonden)

idee: Digna Sinke
regie: Peter Jasnaï (“boer Sjors”) en Digna Sinke (“Sjerrie”)
camera: Pieter de Vos
montage: Digna Sinke
distributie: Film International Rotterdam